Terug naar overzicht

Minister beslist voor de zomer over vrijwillige ouderbijdrage

Op 10 maart 2023 stuurde minister Wiersma een brief over kansengelijkheid in het funderend onderwijs aan de Tweede Kamer. Naast brede ontwikkeling en een goede start voor jonge kinderen is ook gelijke toegang voor alle leerlingen een belangrijk onderwerp.

De minister ging in op de geluiden die hij hoort over de vrijwillige financiële bijdrage die scholen vragen voor extra activiteiten, zoals kerstfeest, pretpark en huiswerkbegeleiding. “Sinds de zomer van 2021 mag de school kinderen nooit uitsluiten van activiteiten als ouders deze bijdrage niet (willen of kunnen) betalen. Alle kinderen doen mee. Er zijn echter signalen dat de verschillen tússen scholen nu juist groter worden. Op de ene school is er een reis naar Rome, een eindgala en de mogelijkheid om paardrijlessen te nemen, de andere school krijgt met moeite een uitje naar een pretpark georganiseerd. Dat was altijd al zo, maar nu hoor ik dat scholen met minder kapitaalkrachtige ouders nog minder organiseren, omdat de begroting niet rond komt. Dat vind ik een ongewenst effect van deze maatregel.”

In de motie van Kamerlid de Hoop (PvdA) heeft de Kamer de minister verzocht een limiet te stellen aan de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. Dat zou deze verschillen mogelijk kunnen verkleinen. Voor de zomer 2022 heeft de minister een rapport van Regioplan naar de Kamer gestuurd over de vrijwillige ouderbijdrage in het funderend onderwijs. Hierin staan een zestal scenario’s, variërend van het afschaffen van de ouderbijdrage (met of zonder compensatie vanuit de rijksbegroting) tot niets doen, en alles daar tussen in.

De minister: “Uit gesprekken met organisaties en scholen komt niet één duidelijke voorkeursvariant naar voren. Bij de keuze voor een scenario vind ik het belangrijk om twee dingen te voorkomen: een stigmatiserend effect voor ouders met een minder riante financiële positie (zoals bij een inkomensafhankelijke ouderbijdrage) of dat de verschillen blijven bestaan (zoals wanneer de limiet geldt per type activiteit). Ik wil een keuze maken als ik meer informatie heb over de effecten van de huidige wetgeving. Ik verwacht eind mei de resultaten van de schoolkostenmonitor. Die wil ik daarbij betrekken. Voor de zomer doe ik u dan een voorstel toekomen voor een uitwerking van deze motie.”

Gerelateerd