Scholen hebben de mogelijkheid om tenminste drie vakantieweken zelf, flexibel in te plannen. De wet biedt scholen hier ruimte voor. We zetten voor je op een rij wat de mogelijkheden zijn.
Het ministerie van OCW stelt negen vakantieweken vast: één week meivakantie, zes weken zomervakantie en twee weken kerstvakantie. Daarnaast kunnen scholen zelf tenminste drie vakantieweken flexibel inzetten: de herfstvakantie, de voorjaarsvakantie en een tweede week meivakantie. Voor de herfstvakantie en de voorjaarsvakantie geeft het ministerie alleen adviesdata.
Vakantieweken die niet op landelijk niveau vastgesteld zijn, kunnen op bestuurs- of schoolniveau vastgesteld worden. Scholen hebben de vrijheid om te beslissen of, hoeveel en hoe de niet centraal vastgestelde vakantieweken worden gepland. Een school kan deze weken flexibel inzetten of kan bepalen dat deze flexibel worden opgenomen.
Een school mag dus zelf kiezen hoeveel vakantie wordt ingepland naast de negen door de minister vastgestelde weken. Dit zijn gewoonlijk de voornoemde drie extra weken, maar dat kunnen er ook meer of minder zijn. Voorwaarden zijn wel dat scholen ervoor zorgen dat leerlingen de minimale onderwijstijd krijgen. Ook horen scholen de onderwijstijd evenredig over de acht schooljaren, het schooljaar en de dag te verspreiden.
Voorbeelden flexibele schoolvakanties
IKC van Kampen in Vlaardingen en De Nieuwe Draai Kindcentrum in Heerhugowaard bieden ouders en leerlingen de keuze drie vakantieweken per jaar flexibel op te nemen in het schooljaar. Ter inspiratie zijn er twee filmpjes met de verhalen van deze scholen gemaakt. Je vindt ze hier bij Rijksoverheid.nl.
(21-03-2022)