Terug naar overzicht

Besturen moeten reserves boven nieuwe signaleringswaarde beter verantwoorden

De Onderwijsinspectie heeft een nieuwe signaleringswaarde vastgesteld voor het maximum eigen vermogen van besturen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Besturen met een eigen vermogen boven deze signaleringsgrens moeten zich vanaf het verslagjaar 2020 beter verantwoorden over hun reserves. Financieel adviseur Marcus Driessen benadrukt dat kwalitatief goed onderwijs het primaire doel moet zijn bij een gesprek hierover tussen bestuur en inspectie.

Vooral besturen in het primair en voortgezet onderwijs laten veel eigen vermogen ongebruikt, ziet de inspectie. Besturen die met hun reserve boven de grens voor het eigen vermogen uitkomen ontvangen ieder najaar een brief van de Onderwijsinspectie. In de brief zal de inspectie het bestuur verzoeken in samenspraak met de interne toezichthouder en MR na te gaan welke deel van het eigen vermogen op welke wijze kan aangewend worden voor het onderwijs. Vanaf het verslagjaar 2020 is het voor schoolbesturen verplicht de hoogte van hun reserves te verantwoorden in het jaarverslag.

De Onderwijsinspectie gaat de signaleringswaarde gebruiken bij het toezicht op doelmatigheid. De waarde is geen absolute norm, maar een startpunt voor een gesprek, benadrukt de inspectie. Een bestuur kan goede argumenten hebben om tijdelijk een hoger eigen vermogen aan te houden. De komende jaren doet het ministerie van OCW onderzoek naar de mogelijkheden om te handhaven als een schoolbestuur de reserves niet kan verantwoorden of deze niet met een duidelijk doel afbouwt.

Primaire doel is kwalitatief goed onderwijs
Bij het gesprek tussen bestuur en inspectie moet kwalitatief goed onderwijs het startpunt zijn, vindt financieel adviseur Marcus Driessen (partner van VBS). ‘Als de kwaliteit van het onderwijs onder de maat is, terwijl het eigen vermogen boven de signaleringsgrens uitkomt, dan is het vanzelfsprekend dat de inspectie een bestuur aanspreekt over het inzetten van reserves. Investeringen vanuit het eigen vermogen moeten leiden tot verbetering van de onderwijskwaliteit, bijvoorbeeld door meer scholing of vernieuwing van leerpakketten’, vindt hij.

Driessen vertelt dat het daarentegen ook meer dan eens is voorgekomen dat een schoolbestuur dat als ‘rijk’ beschouwd werd, later in financiële problemen raakte. ‘Bijvoorbeeld door een sterke daling van het leerlingaantal. Het is niet altijd mogelijk de formatie direct op krimp aan te passen. Dan is het handig dat er reserves zijn om deze financiële tegenvaller op te vangen.’

Meerjarenbegroting
‘Voor de meerjarenbegroting moet het doel zijn: een sluitende begroting in meerjarig perspectief’, geeft Driessen aan. ‘Onder het motto: “Het geld dat de school ontvangt voor de leerlingen die nu op school zitten, wordt ook voor hun ingezet.” Als het eigen vermogen hoger is dan de signaleringswaarde is het niet wenselijk te sturen op een positief resultaat in de begroting.’

Neem deel aan de VBS kennissessie Bekostiging PO
Op woensdag 23 september (VOL) en woensdag 25 november verzorgt Marcus Driessen voor directeuren en bestuurders een VBS Kennissessie Bekostiging PO: over de gevolgen van de nieuwe bekostigingssystematiek po voor de meerjarenbegroting van jouw schoolbestuur.

Financiële slagkracht vergroten
Marcus Driessen is adviseur voor professioneel financieel beleid voor primair en voorgezet onderwijs. Hij geeft ondersteuning en advies bij realisatie van het jaarverslag, jaarrekening, formatieplan en meerjarenbegroting. Hij begeleidt zowel grote als kleine onderwijsorganisaties. Voor vragen of advies neem contact op met de VBS Helpdesk: Nienke Daniëls, 070 – 331 52 15 / helpdesk@vbs.nl.
(22-09-2020)

Gerelateerd