Terug naar overzicht

Tips borging veiligheid bij buitenschoolse activiteiten, 
om aansprakelijkheid te voorkomen

Buitenschoolse activiteiten – denk aan een schoolreisje, schoolkamp of museumbezoek – kunnen risico’s met zich meebrengen. Waarop letten als het gaat om de borging van de veiligheid van de leerlingen tijdens zo’n activiteit, om aansprakelijkheid van de school te voorkomen?

In de wet Veiligheid op school is vastgelegd dat scholen verplicht zijn om de (sociale) veiligheid op school te waarborgen. Scholen zijn hiertoe ook verplicht wanneer het buitenschoolse activiteiten betreft die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen. Hoe scholen dat moeten doen, dat staat niet exact in de wet omschreven. Wel geldt het criterium dat bij het begeleiden van leerlingen naar/van een schoolactiviteit voldoende toezicht moet zijn naar de eigen professionele inschatting van de school. Hieronder een aantal handvatten.


Zorg voor voldoende begeleiders


Het advies is om het aantal begeleiders tussen de één op vier en één op tien kinderen te houden. Gaat het om een activiteit waarbij risico’s aanwezig zijn en/of waarbij het overzicht minder goed is, zoals bij een drukke speeltuin met veel zicht ontnemende obstakels, kies dan bij een jonge groep leerlingen voor minimaal één op de vier. Gaat het om een niet risicovolle activiteit waar goed overzicht is, dan volstaat bij een oudere groep leerlingen één op tien.


Kies bewust de begeleiders

Bij de keuze van het aantal begeleiders dien je niet alleen rekening te houden met de leeftijd van de kinderen, maar ook met:

  • Type kinderen: Bij onrustige drukke kinderen is intensievere begeleiding nodig dan bij rustige/gedisciplineerde kinderen.
  • Lichamelijke conditie: Zijn er kinderen met een lichamelijke handicap (bijvoorbeeld in een rolstoel) of extra medische behoefte bij, dan is extra begeleiding wellicht nodig.
  • Leeftijd: Zijn de kinderen gewend om ergens heen te gaan? Wanneer dit het eerste uitstapje is, zou er mogelijk meer aandacht en dus begeleiding nodig zijn.
  • Grootte locatie: ga je een groot attractiepark bezoeken, dan is meer begeleiding nodig dan bij een kleine overzichtelijke speeltuin.
  • Soort activiteit: Bij een bezoek aan het zwembad of strand is meer begeleiding nodig dan bijvoorbeeld een bezoek aan een dierentuin.
  • Omgeving: een fietstocht (bijvoorbeeld heenreis) door een drukke stad vraagt meer begeleiding dan fietsen over rustige landweggetjes.
  • Ervarenheid begeleiding: Bijvoorbeeld wat betreft gezag. Hoe minder ervaren begeleiding mee gaat, hoe meer begeleiding nodig.


Maak afspraken met begeleiders

Maak aan de hand van de bovengenoemde punten en in overleg met het team een reële inschatting van het aantal begeleiders dat noodzakelijk is. Vervolgens:

  • Informeer over regels: Informeer de begeleiders van tevoren goed over de vastgestelde regels en afspraken en geef deze ook mee op papier. Denk hierbij aan afspraken over het verzamelpunt, wat te doen bij bijzondere gevallen, of wanneer te melden bij de coördinator.
  • Informeer over taken: Zorg ervoor dat precies bekend is op welk moment welke begeleider verantwoordelijk is, ook bij de begeleider zelf. Dit is vooral belangrijk bij wisseling van de verschillende activiteiten, zoals bij de aankomst/ het verlaten van de locatie en het wachten op de bus. Het moment van overdragen van de verantwoordelijkheid moet helder zijn.
  • Informeer over groep: Zorg dat bij elke begeleider bekend is welke kinderen onder zijn of haar hoede vallen.
  • Herkenbaarheid begeleider: Zorg dat alle begeleiders goed herkenbaar zijn, bijvoorbeeld allemaal dezelfde kleur trui aan.
  • Plan bij uitval: Zorg dat er een plan is voor het herverdelen van de begeleiders over de kinderen wanneer een begeleider onverhoopt ziek wordt, een begeleider met een kind mee moet naar de dokter/ ziekenhuis of een begeleider om een andere reden even weg moet (bijvoorbeeld een zoek geraakt kind zoeken).


Aansprakelijkheid

Gaat er onverhoopt toch iets mis tijdens de buitenschoolse activiteit en is er onvoldoende toezicht gehouden, dan kan de juridische verantwoordelijkheid (uiteindelijk) bij het schoolbestuur komen te liggen. Let wel: heeft de school zich aantoonbaar ingespannen om ouders en leerlingen te wijzen op gevaarlijke omstandigheden in en om de school, dan is de kans kleiner dat de school aansprakelijk kan worden gehouden.


Verzekeringsplicht


Scholen zijn wettelijk verplicht zich tegen aansprakelijkheid te verzekeren. De schoolverzekering dekt meestal de aansprakelijkheid van leerkrachten, overig personeel, bestuur, hulpouders en vrijwilligers voor schade aan derden door onder hun toezicht staande kinderen tijdens buitenschoolse activiteiten. VBS-leden kunnen hiervoor voordelig verzekeringen afsluiten via Raetsheren, kijk op www.vbsverzekerd.nl.


VBS Helpdesk staat voor je klaar!


Voor meer vragen over de aansprakelijkheid tijdens schoolreisjes neem contact op met Nienke Daniëls van de VBS Helpdesk via 070 – 331 52 15, helpdesk@vbs.nl of Whatsapp 06-53 573 393. De Helpdesk is dagelijks bereikbaar tussen 9.00 – 15.00 uur.

Gerelateerd