Terug naar overzicht

Buitenschoolse activiteiten, wie is aansprakelijk als er iets mis gaat?

In de wet Veiligheid op school is vastgelegd dat scholen verplicht zijn om de (sociale) veiligheid op school te waarborgen. Scholen zijn hiertoe ook verplicht wanneer het buitenschoolse activiteiten betreft die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen. Dergelijke buitenschoolse activiteiten kunnen risico’s met zich meebrengen. Als er iets misgaat, wie is er dan aansprakelijk en verantwoordelijk?

Onvoldoende toezicht

Of de school aansprakelijk is wanneer er tijdens het schoolreisje iets misgaat, is afhankelijk van de omstandigheden. Je kunt als school in ieder geval aansprakelijk worden gesteld wanneer er tijdens de buitenschoolse activiteit geen of slecht toezicht is gehouden, er gevaarlijke opdrachten zijn gegeven vanuit de school of wanneer er veiligheidsvoorschriften niet zijn nageleefd. Voldoende en kwalitatief goede begeleiding is dus van groot belang.

Bij het begeleiden van kinderen naar/van een schoolactiviteit is het criterium dat er ‘voldoende toezicht’ is naar de eigen professionele inschatting van de school. Er is geen specifieke wettelijke eis die hierover gaat. Wel geldt er een algemene zorgplicht, maar dit is naar eigen invulling van de schoolleiding. Daarbij wordt aangenomen dat het moet gaan om een volwassene(n) die in staat wordt geacht de specifieke groep  met leerlingen te begeleiden. Het aantal begeleiders is uiteraard afhankelijk van het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. En in het algemeen kan er gesteld worden, hoe jonger de kinderen hoe meer toezicht er nodig is.

Voorbeeld: een school aansprakelijk kunnen zijn bij een ongeval met een leerling als er maar 1 leerkracht of LIOer  jonge onderbouw leerlingen naar gymles laat begeleiden via vrij drukke verkeerswegen.

 Hoeveel begeleiders neem je?

  • Bij jonge kinderen. Te adviseren is het aantal begeleiders tussen 1 op 4 te doen, wanneer het om activiteiten gaat waarbij risico’s aanwezig zijn en/ of waarbij het  overzicht minder goed is zoals bijvoorbeeld in een drukke speeltuin met veel zicht ontnemende obstakels.
  • Bij oudere kinderen. 1 op 10 voor de oudere kinderen, wanneer het om niet risicovolle activiteiten gaat en/ of waarbij goed overzicht is.

 Waar moet je nog meer rekening mee houden als het gaat om de keuze voor het aantal begeleiders?

  • Het type kinderen. Zijn het onrustige/ drukke kinderen dan is er intensievere begeleiding nodig dan bij rustige en gedisciplineerde kinderen.
  • De lichamelijke conditie. Zijn er kinderen met een lichamelijke handicap of extra medische behoefte bij? Bijvoorbeeld kinderen in een rolstoel zullen eventueel extra begeleiding nodig hebben.
  • De leeftijd. Zijn de kinderen gewend om ergens heen te gaan? Wanneer dit het eerste uitstapje is, zou er mogelijk meer aandacht en dus begeleiding nodig zijn.
  • De grootte van de locatie. Wanneer een groot attractiepark bezocht wordt, is er meer begeleiding nodig dan bij een kleine overzichtelijke speeltuin. In het laatste geval kan men eventueel volstaan met een vaste plaats waar de kinderen een kleine groep begeleiders kunnen vinden. Let op dat de begeleiders vanaf die verzamelplaats voldoende toezicht kunnen houden.
  • Het soort activiteit. Bij een bezoek aan het zwembad of strand is meer begeleiding nodig aangezien de activiteit (zwemmen) een groter risico (verdrinkingsrisico) met zich mee brengt dan bijvoorbeeld een bezoek aan een dierentuin.
  • De omgeving. Een fietstocht (bijvoorbeeld heenreis) door een drukke stad vraagt meer begeleiding dan fietsen over rustige landweggetjes.
  • De ervarenheid van de begeleiding. Bijvoorbeeld wat betreft gezag. Hoe minder ervaren begeleiding mee gaat, hoe meer begeleiding nodig.
  • De hoeveelheid aanwezige externe begeleiding. Wanneer bijvoorbeeld een kanotocht wordt georganiseerd is er vaak constante begeleiding vanuit de organisatie aanwezig. Er zal dan mogelijk minder begeleiding vanuit school noodzakelijk zijn. Dit kan alleen wanneer het externe personeel ervaren personeel betreft. Het is daarbij belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt met de mensen van de organisatie met betrekking tot ieders verantwoordelijkheden.

 Maak aan de hand van de bovengenoemde punten, in overleg met het team een reële inschatting van het aantal begeleiders dat noodzakelijk is.

 Adviezen voor en over begeleiders

  • Informeer alle begeleiders (alle betrokken partijen) goed over de vastgestelde regels en afspraken en geef deze ook mee op papier. Denk aan afspraken over het verzamelpunt, wat te doen bij bijzondere gevallen, of wanneer te melden bij de coördinator.
  • Let er op dat precies bekend is op welk moment welke begeleider verantwoordelijk is. Dit is vooral belangrijk bij wisseling van de verschillende activiteiten. Bijvoorbeeld bij de aankomst/ het verlaten van de bestemming en het wachten op de bus. Het moment van overdragen van de verantwoordelijkheid moet zowel bij de hulpouder die het groepje op de bestemming leidt, als bij de personen die verantwoordelijk zijn tijdens het vervoer volledig duidelijk zijn.
  • Zorg dat bij elke begeleider bekend is welke kinderen onder zijn of haar hoede vallen.
  • Zorg dat alle begeleiders goed herkenbaar zijn; bijvoorbeeld allemaal dezelfde kleur trui aan.
  • Zorg dat er een plan is voor het herverdelen van de begeleiders over de kinderen wanneer: een begeleider onverhoopt ziek wordt, een begeleider met een kind mee moet naar de dokter/ ziekenhuis, een begeleider om een andere reden even weg moet (bijvoorbeeld een zoek geraakt kind opzoeken).

Aansprakelijkheid schoolbestuur

Gaat er iets mis tijdens het schoolreisje en was er sprake van onvoldoende toezicht, dan kan de juridische verantwoordelijkheid (uiteindelijk) bij het schoolbestuur komen te liggen. Hoe beter je als school je medewerkers en leerlingen informeert over de regels omtrent de veiligheid en de gezondheid in en om school, hoe kleiner de kans dat er schade ontstaat waaruit aansprakelijkheid kan voortvloeien.

Let wel: heeft de school zich aantoonbaar ingespannen om ouders en leerlingen te wijzen op gevaarlijke omstandigheden in en om de school, dan is de kans kleiner dat de school aansprakelijk kan worden gehouden.

Verzekeringsplicht

Scholen zijn wettelijk verplicht zich tegen aansprakelijkheid te verzekeren. De schoolverzekering dekt meestal de aansprakelijkheid van leerkrachten, overig personeel, bestuur, hulpouders en vrijwilligers voor schade aan derden door onder hun toezicht staande kinderen tijdens schoolse activiteiten.

Scholen zijn momenteel volop schoolreisjes, excursies en schoolkampen aan het voorbereiden. Dergelijke buitenschoolse activiteiten kunnen risico’s met zich meebrengen. Als er iets misgaat, wie is er dan aansprakelijk en verantwoordelijk? VBS-leden kunnen hiervoor voordelig verzekeringen afsluiten via Raetsheren, kijk op www.vbsverzekerd.nl.

De VBS Helpdesk staat voor je klaar!
Voor meer vragen over de aansprakelijkheid tijdens schoolreisjes, zie de tips op de website van School en veiligheid of neem contact op met Nienke Daniëls van de VBS Helpdesk via 070 – 331 52 15, helpdesk@vbs.nl of Whatsapp 06-53573393. De Helpdesk is dagelijks bereikbaar tussen 9.00 – 15.00 uur.

Lees meer veelgestelde vragen en antwoorden in onze FAQ.

Gerelateerd