Terug naar overzicht

Profielorganisaties roepen op tot een terughoudende overheid

Onlangs was de internetconsultatie van het wetsvoorstel ‘concretisering voorschriften inzake het ononderbroken ontwikkelingsproces, de kwaliteit van het onderwijs en het stelsel van kwaliteitszorg’. Het doel van dit wetsvoorstel is om de onderwijskwaliteit op orde te brengen via een verduidelijking van de deugdelijkheidseisen.

Dit primaire doel – onderwijskwaliteit op orde – onderstrepen de profielorganisaties. Wel bepleiten ze een meer terughoudende rol van de overheid in het vaststellen van de normen en een meer stimulerende rol als aanjager van onderling overleg in het maatschappelijk middenveld. Zo zoeken partijen sámen naar een evenwichtige rolverdeling tussen toezichthouder en scholen.

Onderwijsvrijheid in het geding

Daarnaast is een belangrijk aspect van het wetsvoorstel om een aantal afgeleide criteria uit het inspectiekader op te nemen in de wet en daarbij criteria omtrent pedagogisch-didactische methoden (bijvoorbeeld kennisgedreven werken en ononderbroken ontwikkelproces) toe te voegen. Daarmee doorbreekt de overheid wat de profielorganisaties betreft het onderscheid tussen resultaatgeformuleerde deugdelijkheidseisen en de keuzevrijheid van scholen om die methoden te kiezen die passen bij de grondslag van de school om tot de verwezenlijking van die deugdelijkheidseisen te komen (de inrichting, het ‘hoe’).

De profielorganisaties raden aan de onderbouwing van de substantiële noodzakelijkheid te laden vanuit externe adviezen van deskundige partijen. Artikel 23 van de Grondwet is een van de grondrechten waarmee de burger beschermd wordt tegen de overheid. De vrijheid van inrichting voor openbare en bijzondere scholen is een vast onderdeel van het grondrecht. Het past daarbij het advies van de Onderwijsraad over artikel 23 van de Grondwet te betrekken dat de spanning weergeeft tussen overheidszorg en onderwijsvrijheid. De aan interpretatie onderhevige spanning in dit specifieke wetsvoorstel is in het geding.

We moeten er daarnaast voor waken dat de overheid teveel gaat sturen op gebruik van bepaalde kennisbronnen. Welke waarborg is ingebouwd dat er bij de inspectie geen sprake zal zijn van ‘selectief winkelen’ in toegestane kennisbronnen?

Aandacht voor het pedagogisch perspectief, vertrouwen en ruimte voor de onderwijsprofessional

Als profielorganisaties vragen we nadrukkelijk aandacht voor een pedagogisch perspectief op onderwijs als basis voor het onderwijsbeleid. Het vertrekpunt van het onderwijs ligt in de menswording van de leerling, waarbij de uitgangspunten van beleid telkens vanuit de drie doelfuncties (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming) samen worden geformuleerd. Het vraagt ook om vertrouwen en ruimte voor onderwijsprofessionals om leerlingen te bieden wat zij in hun context en met het oog op hun brede ontwikkeling nodig hebben, ook als het gaat om de gewenste opbrengsten te realiseren. Onderwijsbeleid dient gericht te zijn op het faciliteren van leraren om hun werk op deze manier uit te kunnen voeren. Dit wetsvoorstel verkleint de ruimte voor scholen om die professionele ruimte te pakken en die autonomie van de professional te kunnen laten floreren.

 

Gerelateerd