De Belastingdienst gaat strenger controleren op schijnzelfstandigheid bij zzp’ers. Op verzoek van de Tweede Kamer zal de Belastingdienst in 2025 nog geen verzuim- en vergrijpboetes opleggen. Wel kunnen er naheffingen (sociale premies en loonbelastingen) worden opgelegd aan werkgevers die een schijnzelfstandige zzp’er inzetten.
Wat verandert er in 2025 voor zzp’ers (en dus voor scholen) in het onderwijs?
De Wet DBA uit 2016 moet schijnzelfstandigheid voorkomen. Een aantal criteria is van belang om erachter te komen of een de opdracht aan een zzp’er kan worden gezien als een arbeidsovereenkomst.
De Belastingdienst heeft tot nul toe weinig boetes en naheffingen opgelegd, omdat er in 2016 meteen een ‘handhavingsmoratorium’ is ingevoerd. De regering heeft besloten het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen. In 2025 zullen er dus nog geen boetes worden uitgedeeld.
Praktijk is leidend!
Een opdrachtovereenkomst helpt om de afspraken te formaliseren, maar de Belastingdienst en Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zullen vooral naar de praktijk kijken om te bepalen of er sprake is van zelfstandigheid of schijnzelfstandigheid. Dus het gaat erom dat de werkrelatie in de praktijk de kenmerken van zelfstandigheid vertoont en niet alleen op papier.
Als een school een zzp’er heeft ingehuurd, moet de dagelijkse werkrelatie daadwerkelijk de kenmerken van zelfstandigheid vertonen, dus eigen verantwoordelijkheid en vrijheid, geen integratie in het schoolteam en geen gezagsrelatie.
Welke sancties zijn er bij het niet naleven van de Wet DBA?
- De Belastingdienst kan besluiten dat de zzp’er feitelijk als werknemer beschouwd moet worden, met gevolgen voor premies werknemersverzekeringen en loonheffing.
- Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de school verplicht worden om nabetalingen te doen voor loonbelasting en sociale premies.
- De Belastingdienst kan boetes opleggen voor elke zzp’er die niet voldoet aan de DBA-vereisten, en kan eisen dat schijnzelfstandigen worden omgezet naar werknemerscontracten.
Zzp’er via detachering?
De regels van de Wet DBA zijn ook van toepassing op scholen die personeel inhuren via een detacheringsbureau Echter, bij detachering gaat het vaak om een andere constructie, waarin de gezagsverhouding anders ligt.
- De gedetacheerde medewerker is formeel in dienst bij het detacheringsbureau en niet bij de school zelf, waardoor de gezagsrelatie en aansturing anders worden ingevuld.
- Het detacheringsbureau draagt de loonheffing en premies af, zodat de school hier geen verantwoordelijkheid voor draagt.
- Het verschil zit hier vooral in wie formeel de werkgever is (het detacheringsbureau), wat vaak een arbeidscontract voor de gedetacheerde betekent. De school fungeert dan als opdrachtgever en hoeft niet zelf zorg te dragen voor de zelfstandigheidscriteria onder de DBA, aangezien het detacheringsbureau de werkgever is en de fiscale en juridische lasten draagt.
Let op: Er moet nog wel steeds duidelijk zijn dat de school geen gezagsrelatie creëert waarbij de gedetacheerde als interne medewerker wordt beschouwd. Er mogen bijvoorbeeld geen arbeidsrechtelijke handelingen (zoals disciplinaire maatregelen) plaatsvinden door de school zelf richting de gedetacheerde.
Vragen?
Neem contact op met Nienke Daniëls van de VBS Helpdesk, bereikbaar tussen 9.00-15.00 uur via: telefoon: 070 – 331 52 15, email: helpdesk@vbs.nl en whatsapp: 06-53 573 393.