Terug naar overzicht

Kentalis richt onderwijs inclusief in met school-in-schoolsetting

De Onderwijsinspectie ziet een gezamenlijke opdracht voor regulier onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs: zorg samen voor een breed en gevarieerd aanbod voor vso-leerlingen. Bij Kentalis zijn ze al erg ver in die manier van denken. En met succes! Erik Schraven is directeur onderwijs voor TOS Zuid-Nederland.

“We zijn een landelijke organisatie die al 230 jaar onderzoek, zorg, speciaal onderwijs en ambulante begeleiding biedt aan mensen die slechthorend of doof(-blind) zijn, of een taalontwikkelingsstoornis (TOS) of communicatief meervoudige beperking hebben. Ik ben nu een jaar directeur onderwijs, daarvoor was ik een aantal jaren directeur op één van onze scholen, het Kentalis Compas College in Oss. Door de invoering van passend onderwijs merkten we dat het leerlingenaantal terugliep. We wisten: er moet iets gebeuren. We hebben een SWOT-analyse gemaakt, de conclusie was dat we meer moesten gaan samenwerken met het regulier onderwijs.”

Wat heeft deze manier van denken bij jou getriggerd?
“In die periode maakte ik een studiereis over inclusief onderwijs naar Canada. Alle leerlingen zitten daar op een reguliere school. Op reguliere scholen wordt specialistische ondersteuning geleverd als dat nodig is. Dat sprak me enorm aan. Niet de leerling aanpassen aan de school, maar juist andersom. Je zorgt dat de school elke leerling kan ondersteunen.

Dat wilde ik ook van de grond krijgen! In Oss vond ik een partner die op dezelfde manier tegen inclusief onderwijs aankeek. Dat was scholengemeenschap Het Hooghuis. De bestuursvoorzitter zag mijn plan helemaal zitten. Binnen een paar maanden hadden we een paar vmbo-klassen voor onze leerlingen binnen zijn school opgezet. Voor de zaakvakken zaten ze bij elkaar, voor de praktijklessen deden ze mee met het regulier onderwijs. Het was een erg groot succes. Inmiddels doen we dit vijf jaar zowel voor vmbo als voor praktijkonderwijs.”

Dat zal in het begin spannend zijn geweest.
“Zeker. Het vraagt een andere mindset van onze medewerkers, ze moeten ineens samenwerken met het reguliere onderwijs. Kunnen wij dat wel? Kunnen onze leerlingen dat? Wat bleek, het voortgezet onderwijs heeft een geweldige zorginstructuur. Daar konden we op bouwen. En wij namen weer expertise mee waar een reguliere school ook iets aan heeft, zoals visie op inclusiviteit of didactisch en pedagogisch handelen. Het is ook een heel proces dat je ingaat met onder andere de ouders en de samenwerkingsverbanden. Uiteindelijk gaat het erom dat je de synergie zoekt.”

Hoe hebben jullie dit georganiseerd?
“Het is een school-in-schoolsetting. De leerlingen zijn ingeschreven bij Kentalis. In de onderbouw zitten ze, in Kentalis-klassen, behalve voor de praktijklessen. In de bovenbouw zijn ze geïntegreerd in de gewone klassen. We kijken steeds wat haalbaar is voor de leerlingen en welke ondersteuning nodig is.

We gaan steeds een stapje verder, we willen nu kijken of we de leerlingen na onderbouw kunnen inschrijven voor het regulier onderwijs. Het uiteindelijke doel is dat al onze scholen binnen een reguliere school bestaan. Op dit moment werken vier van onze vso-scholen op deze manier.

Het kost geld om het zo te doen. We moeten betalen voor de reguliere lessen. Aan de andere kant hebben we minder mensen nodig. Vroeger hadden we een eigen docent bouwtechniek in dienst, dat hoeft nu niet meer. Die zitten al in het regulier onderwijs. Wij kunnen de focus leggen op de problematiek per leerling, die goed in kaart brengen en zorgen dat deze de ondersteuning krijgt die nodig is. Zowel van ons als de docenten op de middelbare school.”

Hoe reageren de leerlingen?
“Kinderen vinden het erg fijn om in een reguliere school te zijn, daar hebben we een mooi filmpje over gemaakt. Het grappige is dat we in het begin heel erg bezig waren met veiligheid. We dachten dat de pauzes een moeilijk moment zouden worden, dus hadden we een apart lokaal voor onze leerlingen. Welgeteld één leerling heeft één keer daar gezeten. Ze willen gewoon zijn en bij de andere leerlingen in de aula zijn.

Wat je merkt is dat vso-leerlingen zich vaak in een hokje geplaatst zien, en niet op een positieve manier. Dat belemmert hun kansen in de maatschappij. Daarom ben ik een groot voorstander van inclusief onderwijs, je moet niet uitgaan van de verschillen maar de overeenkomsten. Je ziet in Nederland de tendens dat voor elke doelgroep een aparte school wordt georganiseerd. Ik begrijp dat, het is efficiënter. Maar als je werkt aan een samenleving waarin iedereen participeert dan moet je in groep 1 beginnen. Elk kind en jongere moet leren dat iedereen weer net even anders is. En dat er mensen zijn die speciale ondersteuning nodig hebben. Uiteindelijk ontstaat dan een inclusieve maatschappij.”

Meer weten?
De school-in-schoolsetting van Kentalis is opgenomen in de site van Staat van het Onderwijs 2022
Lees ook: Kentalis helpt leerlingen van speciaal naar regulier onderwijs
– Lees ook interview met bestuurder Renate van Dijk van Verderwijs in De VBS: ‘Lerarentekort in het (v)so zal leiden tot meer thuiszitters

Gerelateerd