Terug naar overzicht

Hoe zorg je voor je starters en zij-instromers? Veertien aandachtspunten.

Onder andere vanwege het lerarentekort is het van groot belang te zorgen dat nieuwe leraren een goede start krijgen. Dat geldt zeker ook voor zij-instromers die nieuw zijn in het onderwijsveld. Daarmee voorkomen we dat ze het onderwijs vroegtijdig verlaten of zich onvoldoende kunnen ontwikkelen. Waar moet/kun je op letten?

  1. Een succesvol inductiebeleid vraagt om commitment van de schoolleiding, het moet een continue prioriteit zijn. Als andere zaken urgenter worden gevonden, is het lastig het introductieprogramma uit te voeren en te handhaven.
  2. Er wordt regelmatig onderzoek gedaan naar effectieve begeleiding van starters. Belangrijke ingrediënten zijn: een mentor (liefst binnen hetzelfde vak), samenwerken met andere leraren en deelnemen aan een leraren-netwerk/intervisie.
  3. Hou er rekening mee dat de starter steeds diverser is geworden. Hij/zij kan uit een andere onderwijssector/kinderopvang komen of uit een hele andere sector. Het kan een ervaren docent van een andere school zijn of juist iemand van de lerarenopleiding/pabo. Elke starter heeft – naast de algemene begeleiding – ook specifieke leervragen.
  4. Ook scholen verschillen van elkaar: leerlingpopulatie, grootte, onderwijsvisie, gebouw, regio, et cetera. In de begeleiding hou je idealiter rekening met de context van de school.
  5. Zorg voor een goed contact met de opleider (PABO en hogeschool). Daarmee zorg je samen voor een meer ‘warme’ overdracht van de starter en meer aansluiting met de werkvloer.
  6. Starters ervaren vaak een hoge werkdruk. Zorg dat ze zich kunnen richten op het vak en hun professionalisering. In het eerste jaar zou bijvoorbeeld een starter geen mentorschap hoeven te vervullen.
  7. Laat startende leraren kennis maken met de schoolcultuur. Denk aan een startersdag, samen met ervaren leraren lessen ontwikkelen of een mentor uit de vakgroep.
  8. Zorg voor begeleiding en coaching, en maak professionalisering van de starter onderdeel van het HRM-beleid.
  9. Je kunt startende leraren helpen met observaties in de klas (kijken naar de vakdidactische en pedagogische competenties). Beeldcoaching is een manier om dat te doen.
  10. Startende leraren lopen vaker tegen probleemsituaties dan ervaren leraren. Belangrijk is dat starters deze ervaringen met elkaar kunnen delen, bijvoorbeeld in de vorm van intervisiegroepjes. Daarmee voelen ze zich minder alleen (‘ik ben niet de enige die dit overkomt’) en kunnen ze samen oplossingen bedenken. Zo creëer je ook een gezamenlijkheid van starters onderling.
  11. Wees helder. Maak vooraf duidelijk hoe de inductieperiode gaat verlopen, maak het ook minder vrijblijvend.
  12. Zorg dat rest van het team de starters blijven betrekken en een ‘rol’ geven. Starters hebben het team nodig, aan de andere kant kunnen starters energie en nieuwe inzichten geven aan het team (op de lerarenopleiding krijgen ze de nieuwste inzichten).
  13. Laat stagiaires of starters een ‘onderzoeksproject’ doen. Zo geef je een podium en de starter maakt kennis met de organisatie en biedt een frisse blik op onderwerpen.
  14. Vraag feedback op het inwerkbeleid aan de starters en evalueer regelmatig met elkaar.

Zij-instromers

Gerelateerd