VBS is niet voor aparte bevoegdheden op de pabo voor onderwijs aan jonge en oudere kinderen. Het verdient aanbeveling de bestaande mogelijkheden tot specialisatie op de pabo’s te versterken. Dit is de reactie van VBS samen met collega profielorganisatie VGS op de internetconsultatie ‘wetswijziging Bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind’.
Deze wetswijziging moet het mogelijk maken dat er naast de huidige pabo-opleiding (die gewoon blijft bestaan) er aparte bevoegdheden komen voor onderwijs aan het jonge en oudere kind. Deze leerkrachten zullen minder breed bevoegd zijn, ze kunnen niet voor een andere leeftijdsgroep dan het jonge of het oudere kind worden ingezet.
VBS is tegen deze aparte bevoegdheden. Een school wil het beste uit een leerling halen en daartoe is kennis en kunde van de gehele acht basisschooljaren essentieel. Beperkt inzetbare leerkrachten maken het voor scholen ook niet eenvoudiger om het personeelsplaatje rond te krijgen. Vervanging bij ziekte en het tijdelijk overnemen van een andere groep gaat alleen wanneer iedereen bevoegd is voor groep 1 tot en met 8. Ook is de vraag of de vele pedagogische concepten die ons land rijk is uit de voeten kunnen met beperkt inzetbare leerkrachten.
Aantrekkelijker beroep
Momenteel bieden pabo’s al specialisaties aan voor het jonge en oudere kind. Zes pabo’s bieden sinds september een pilot aan waarbij studenten al bij het begin van hun opleiding kunnen kiezen voor een specialisatie gericht op het jonge of oudere kind. Deze studenten zijn na hun afstuderen wel volledig bevoegd voor het gehele primair onderwijs.
Wij vinden dat deze specialisaties er zeker toe kunnen bijdragen dat het beroep van leraar aantrekkelijker wordt, zodat ook meer mannen zich ertoe aangetrokken voelen. Het verdient daarom aanbeveling hiermee door te gaan. En nog meer maatwerk mogelijk te maken, zodat aankomende leerkrachten die zichzelf niet regulier met kleuters zien werken, toch de benodigde kennis van die groep krijgen, waardoor zij wel inzetbaar zijn in de doorgaande lijn (en voor tijdelijke vervanging).
Overigens moet de nieuwe wet ingaan per 2022-2023. De vraag is of deze termijn haalbaar is.
Lees hier de volledige reactie op de wetswijziging.
(28-1-2021)
