School geeft een leerling vmbo-b/k als schooladvies. Volgens vader duidt het op discriminatie: de school verwijst Nederlandse kinderen van kleur bij voorbaat naar de laagste vorm van het vo. De Commissie toetst terughoudend. Wel stelt zij dat bekend is – en wetenschappelijk aangetoond – dat kinderen met een migratie achtergrond vaak een lager schooladvies krijgen. Er moet goed bekeken worden of daar sprake van is. Lees hier haar oordeel.
Standpunt vader
Vader heeft na het voorlopig schooladvies (vmbo-b) deskundigen ingeschakeld om dochter te onderzoeken en bijles te geven. Dochter is vervolgens vooruitgegaan in haar schoolprestaties. Desondanks heeft school het schooladvies ten onrechte gehandhaafd, het duidt op discriminatie.
Standpunt school
Vermeend racisme en/of discriminatie neemt school hoog op. Het raakt haar precies daar waar zij voor wil staan: dat je mag zijn wie je bent, geloven wat je wilt. Leerling scoorde op haar citotoetsen niveau E / niveau 5. In groep 6 is dyslexie vastgesteld en vanaf groep 7 is een eigen leerlijn opgesteld. School was niet op de hoogte van de extra bijlessen.
School heeft bij leerling in de periode tussen het voorlopig en eindadvies een positieve ontwikkeling waargenomen bij leerling. Niet de toetsen maar het werk in de lessen werd beter. Het voorlopig advies is toen omgezet in vmbo b/k. Aanvullend heeft school geadviseerd te kiezen voor een brede school zodat leerling, in het geval de stijgende lijn binnen het vo doorzet, zonder schoolwisseling zou kunnen doorstromen naar vmbo-t.
Overwegingen Commissie
Het geven van een schooladvies voor het vo betreft een bevoegdheid van de school. Dit betekent dat de school hierin zelf gemotiveerd keuzes mag maken. De Commissie toetst in dergelijke gevallen terughoudend, dat wil zeggen dat zij beoordeelt of de school in redelijkheid tot haar schooladvies heeft kunnen komen.
De Commissie stelt hierbij wel voorop dat bekend is – en wetenschappelijk aangetoond – dat kinderen met een migratie-achtergrond vaak een lager schooladvies krijgen en dat goed moet worden bekeken of daar in het geval van leerling sprake van is.
Het schooladvies vmbo-b/k is op basis van de door leerling behaalde resultaten zeer realistisch. Het valt op zichzelf niet te rijmen met de stelling van klager dat er sprake zou zijn van discriminatie. Klager onderbouwt zijn stelling dat zijn dochter zou zijn gediscrimineerd niet, noch maakt hij concreet welke eventuele gebeurtenissen kunnen duiden op discriminatie van leerling door de school.
De school betwist ook uitdrukkelijk dat sprake is van discriminatie. Zij betoogt juist er beducht op te zijn. Daarbij heeft school het voorlopig advies (vmbo-b), na groei van leerling wat betreft haar werk in de klas, bijgesteld naar vmbo-b/k. Dit wekt bij de Commissie de indruk dat de school ook vinger aan de pols heeft gehouden bij de laatste ontwikkelingen van de leerling.
De Commissie concludeert dat van discriminatie van leerling door school geen sprake is geweest. De klacht is ongegrond.