De zoon van klaagster zit inmiddels op een nieuwe school. Volgens klaagster hebben verschillende medewerkers van de voormalige school zich negatief over haar zoon uitgelaten tegenover de nieuwe school. Dit is in strijd met boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en kan volgens haar de verdere ontwikkeling van haar zoon belemmeren. Lees hier het oordeel van de klachtencommissie.
Standpunt klaagster
Volgens klaagster zou de nieuwe school twee keer informatie over haar zoon hebben opgevraagd bij de voormalige school. De decaan van de nieuwe school zou aan klaagster hebben laten weten, dat er door meerdere personen van de voormalige school negatief over haar zoon is gesproken, onder meer dat haar zoon niet wil samenwerken. Volgens klaagster is het verstrekken van dergelijke negatieve informatie in strijd met boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Het kan ook de verdere ontwikkeling van haar zoon belemmeren.
Standpunt voormalige school
Volgens de voormalige school is er door de nieuwe school algemene informatie over resultaten, werkhouding en gedrag van de (ex-)leerling gedeeld. Zij ontkent dat er negatief over de leerling gesproken is. Wel heeft zij verteld over de moeizame samenwerking rond het profielwerkstuk (PWS), ‘omdat het PWS ook een belangrijk onderdeel is op de havo’. Er is niet gezegd dat de leerling niet kan samenwerken. Daarbij zijn er ook positieve zaken genoemd. De voormalige school benadrukt dat zij niet de insteek had om een overgang te blokkeren.
Oordeel klachtencommissie
De Commissie stelt vast dat er in de gesprekken rondom de overgang van de leerling naar de nieuwe school vanuit de voormalige school zorg uitgesproken is over het samenwerken door de leerling. Het is niet onbegrijpelijk dat deze en overige informatie over resultaten, werkhouding en dergelijke met de nieuwe school wordt gedeeld. Klaagster heeft naar het oordeel van de Commissie onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat (en wat) er in negatieve zin door de voormalige school over haar zoon gesproken zou zijn en acht de klacht ongegrond.