Terug naar overzicht

‘Artikel 23 is nog steeds passend’

Het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de vraag, hoe past artikel 23 van de Grondwet in onze tijd?, leverde vandaag een boeiende uitwisseling op. VBS ziet ook voor de komende honderd jaar een mooie toekomst voor dit artikel dat op doordachte wijze rechten en plichten van burgers en overheid aan elkaar verbindt. Dit bracht Edward Moolenburgh, directeur VBS, als inbreng van VBS over artikel 23 in de Kamer naar voren.

‘Wij vinden artikel 23 van de Grondwet, waarin de vrijheid van onderwijs centraal staat, nog steeds passend. Toegankelijk onderwijs volgens de beginselen van de democratische rechtsstaat is cruciaal voor onze vrije samenleving en om de rechten van ouders en kinderen te waarborgen. Meer dan honderd jaar artikel 23 heeft het Nederlandse onderwijs veel gebracht. Ook is de vrijheid van onderwijs vastgelegd in internationale verdragen en kan dan ook niet zomaar terzijde worden geschoven’, bracht Moolenburgh als eerste van vier stellingnames uit de position paper van VBS naar voren.

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Daarnaast is vrijheid van onderwijs geen vrijbrief. ‘Vrijheid gaat hand in hand met verantwoordelijkheid nemen. Veel gaat goed en om incidenten te voorkomen en aan te pakken is wijziging van artikel 23 niet nodig. Het gaat om waakzaamheid, meer aandacht voor horizontale verantwoording door schoolbesturen en een instrumentarium voor de overheid om effectief in te kunnen grijpen. Laten we voorkomen dat we in een incident-regelreflex schieten’, zei Moolenburgh.

‘Ook aanpassing en actualisering van het onderwijsbestel kunnen prima doorgevoerd worden zonder aanpassing van artikel 23. Het wetsvoorstel van Meer ruimte voor nieuwe scholen is hiervan een goed voorbeeld’, betoogde Moolenburgh.

De vierde stellingname van VBS betreft brede maatschappelijke uitdagingen zoals segregatie, kansenongelijkheid en tweedeling. ‘Vanzelfsprekend moet het onderwijs bijdragen aan het aanpakken van deze vraagstukken. Deze reiken verder dan het onderwijs alleen. Hiervoor hoeft artikel 23 niet te worden aangepast. Meer aandacht voor de menselijke maat in het onderwijs en inzetten op samenwerking binnen het onderwijs en tussen onderwijs en andere sectoren en andere sectoren zijn kansrijker alternatieven’, stelde Moolenburgh.

Belang menselijke maat

De Kamerleden gingen in hun vragen met name in op algemene toegankelijkheid van scholen, segregatie en kansengelijkheid. SGP-Kamerlid Roelof Bisschop vroeg aan Edward Moolenburgh: Vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid, wat gebeurt er als die verantwoordelijkheid niet wordt genomen? ‘Waar verantwoording al gebeurt moeten we dat stimuleren. Horizontale verantwoording naar voren brengen is van groot belang, daar zou meer aandacht voor mogen zijn. Denk aan het afleggen van verantwoording door schoolbesturen over de inrichting van het onderwijs, leerlingzorg en passend onderwijs, samenwerking, burgerschapsvorming en financiële verantwoording.’

Ook pleitte Moolenburgh voor de menselijke maat en het behoud van kleine schoolbesturen. ‘Zorg dat er aandacht is voor borging van de rol van ouders in besturen, bijvoorbeeld als intern toezichthouder. Om zo de link tussen de rol van ouders en onderwijsbestuur binnen de vrijheid van onderwijs te behouden. Daar moeten we waakzaam voor zijn. Ik wil een oproep doen dat dit mogelijk blijft voor kleine schoolbesturen.’
(04-09-2019)

Lees ons volledige position paper voor het Rondetafelgesprek over artikel 23.

Gerelateerd